De straat Overburen in Steggerda: een unieke en historische plek
In 1839, 14 jaar voordat in 1853 het verbod op de katholieke godsdienst werd opgeheven, werd in Overburen een kerk gebouwd en een kerkhof aangelegd. Het was de eerste nieuwe katholieke kerk in Friesland. De kerk was eenvoudig van bouw: een zogenaamde zaalkerk, 9 meter breed en 30 meter lang. Hij lag op 500 meter van de openbare weg, verscholen in het groen. Deze voorwaarde stond in de brief van Koning Willem I die toestemming gaf voor de bouw.
Voor, tijdens en na de reformatie was de St. Clemenskerk in Steenwijk de moederkerk van 32 kleine parochiekerken in de wijde omgeving. Ook in Steggerda was een dochterkerk. De grens tussen Friesland en Overijssel was de aanleiding voor het bestuur van de Clemenskerk om te spreken over de ‘kerkjes van de overburen’.
In 1517 werd door de monnik Luther de protestantse kerk gesticht. De katholieke godsdienst kwam onder grote druk te staan en werd in 1580 zelfs verboden. Veel gelovigen en hun pastoors gingen over naar de protestantse godsdienst. De katholieken die hun geloof trouw bleven zetten hun vieringen in het geheim voort in de zogenaamde schuilkerken. Het waren wisselende ruimten die moeilijk te controleren waren. Zo ook in Steggerda. Op het terrein van een boerderij stond een schuur met een zolder. Vanaf ongeveer 1680 werd hier de katholieke godsdienst gepreekt en gevierd.
In 1820 was deze schuur bouwvallig geworden en in 1822 werd Koning Willem I gevraagd of deze schuurkerk vervangen mocht worden door er een kerk te bouwen. Het antwoord van de koning kwam in 1835. De plannen werden uitgewerkt. In 1839 werd de gevraagde kerk gebouwd en een kerkhof aangelegd.
Na 82 jaar was de eenvoudige kerk bouwvallig geworden en is de nieuwe kerk aan de Pepergaweg in gebruik genomen. De oude kerk op Overburen werd in 1921 afgebroken en het kerkhof werd gesloten. Van de oude kerk zijn delen van de fundamenten nog te zien, van het kerkhof nog 42 grafstenen. Deze grafstenen waren in 1921 allen plat neergelegd onder een grote wilgenboom en later overwoekerd met onkruid. Door de val van takken zijn veel stenen gebroken. Deze situatie heeft geduurd tot 1998. In dat jaar zijn de grafstenen opgericht en in een juiste richting geplaatst op een deel van de oorspronkelijke begraafplaats.
In de periode van 1839 tot 1921 zijn hier circa 900 mensen begraven. Volwassenen en veel kinderen. Omdat de natuurstenen grafzerken aan verwering onderhevig zijn is er een bord gemaakt waarop de namen staan van de overleden personen en foto’s van hun grafstenen. Ook de tekst op de steen en datum en jaar van overlijden staan aangegeven. Zo zijn de grafstenen van bijvoorbeeld huisarts Hamers, de pastoors Hoekstra en Schutten en hoofdonderwijzer Dopheide weer terug te vinden. Er wordt nog altijd verder gezocht naar de namen van de personen die hier zijn begraven. Tot op heden zijn ongeveer 700 namen bekend geworden.
“Al met al, Overburen vertelt ons een stukje geschiedenis dat niet verloren mag gaan. Het is een monument in onze gemeente Wetsstellingwerf”, aldus de 90-jarige Tjitte Bootsma die zich van 1996 heeft ingezet voor het behoud van dit monument nu ook nog onderhoud doet aan de oude graven in Overburen. Inmiddels is ook een bord met informatie over de graven geplaatst, ontworpen is door Jan van Bemmel.
Foto: Lenus van der Broek